Dit zijn de gevolgen van de Nederlandse verkiezingen

De PVV is nu de grootste partij. Zij hebben 37 van de 150 plekken behaald in de Tweede Kamer. De 2e grootste partij is GroenLinks-PvdA (25 plekken), gevolgd door de VVD (24 plekken) en NSC (20 plekken). 

De PVV is een rechtse partij die "de asiel- en migratie-instroom naar Nederland wil stoppen" en de "islamisering van Nederland tegen wil gaan". De 2e grootste is de linkse partij GroenLinks-PvdA. Zij willen juist “vluchtelingen niet in de steek laten" en "dat vluchtelingen sneller mee kunnen doen in de samenleving, bijvoorbeeld door snel volledig te mogen werken".

Om een regering te vormen in Nederland, is het handig om een meerderheid van de plekken in de Tweede Kamer te hebben. Omdat niet 1 partij in zijn eentje de meerderheid heeft, moeten partijen met elkaar gaan onderhandelen over het vormen van een regering. Dit heet de formatie. Een begeleider, formateur, die gekozen wordt door de Tweede Kamer, leidt de onderhandelingen. 

Normaal gesproken begint de grootste partij met het vormen van een regering. Zij gaan kijken of ze met andere partijen op voor hen belangrijke standpunten een overeenkomst kunnen sluiten. In de praktijk moet je in Nederland dus eigenlijk altijd samenwerken met andere partijen om een regering te vormen. 

Voor die manier van samenwerken is zelfs een speciaal Nederlands woord, dat noemen we in Nederland 'polderen'. In dit geval moet de PVV dus partijen vinden die met hen willen samenwerken en met wie ze het eens kunnen worden. Als dat niet lukt, mogen de andere partijen proberen een samenwerking te beginnen.

Veel partijen hebben voor de verkiezingen aangegeven dat ze niet met de PVV samen willen werken. De linkse partij GroenLinks-PvdA wil zeker weten niet samenwerken met de PVV. Een aantal partijen zoals de VVD en NSC wil misschien wel samenwerken met de PVV. Er is daarom een grote kans dat er een rechtse regering komt die dingen wil veranderen die belangrijk zijn voor vluchtelingen, bijvoorbeeld: 

• Minder mensen mogen asiel aanvragen en krijgen in Nederland. 

• Het wordt moeilijker om gezinshereniging aan te vragen voor vluchtelingen die er al zijn.

• Voorzieningen voor vluchtelingen in Nederland worden minder. 

Maar het is niet zeker dat deze dingen gaan veranderen. Dit zijn een paar voorbeelden van onderwerpen die belangrijk zijn voor de partij die na de verkiezingen het grootst is geworden.

In Nederland veranderen wetten en beleid niet snel. Voordat er wetten en beleid veranderen moet er eerst een regering komen. Soms duurt dit lang. De laatste keer dat er een regering moest komen, duurde 299 dagen doordat partijen het niet met elkaar eens konden worden. 

Er is een grote kans dat het nu ook lang duurt voordat er een nieuwe regering is. Veel politieke partijen hebben namelijk gezegd dat ze het lastig vinden om met de PVV samen te werken. 

Ook nadat er een regering is, kan het nog lang duren voordat er nieuwe wetten en regels komen over asiel en gezinshereniging. Dat komt doordat de dingen die de PVV wil veranderen, moeilijk te veranderen zijn:

• De dingen die de PVV wil veranderen, gaan soms over de grondwet. De grondwet is heel moeilijk te veranderen. In de grondwet staan de belangrijkste wetten vastgesteld. Het is de basis voor alle andere wetten die worden gemaakt. En je moet aan heel veel regels en procedures voldoen als je deze wilt veranderen. 

• Sommige dingen die de PVV wil veranderen, gaan over de Europese wet en de samenwerking met de Europese Unie (EU). Een nationale regering zoals die van Nederland moet zich aan regels van Europa houden. Of de Nederlandse regering moet besluiten geen lid meer te willen zijn van de EU. Ook dit is moeilijk te veranderen en kost veel tijd.

In Nederland is de regering niet de enige die macht heeft om dingen te veranderen. In de Nederlandse democratie hebben ook rechters, het Openbaar Ministerie (OM), de Eerste en de Tweede Kamer invloed op hoe en welke wetten gemaakt worden. Ook controleren zij wetten. De regering kan dus niet alles in zijn eentje beslissen.