Verkeersregels in Nederland

Hieronder lees je een aantal regels die belangrijk zijn in het Nederlandse verkeer:

Rechts rijden en voorrang verlenen

• In Nederland moet al het verkeer rechts houden.

• Bij kruisingen en zijwegen heeft verkeer van rechts altijd voorrang, tenzij verkeersborden of -tekens anders aangeven.

• Als je wilt invoegen of een rotonde op wilt rijden, moet je voorrang verlenen.

• Ambulances, politie en brandweerauto's met blauw zwaailicht en sirene hebben altijd voorrang.

Andere verkeersregels:

• Voor een rood verkeerslicht moet je stoppen.

• In een auto ben je verplicht de autogordel te dragen, ook als passagier.

• Een voertuig dat van richting verandert, moet richting aangeven. Een motorvoertuig doet dit met een oranje knipperlicht. Een fietser steekt zijn arm uit.

• Voetgangers moeten op de stoep lopen en oversteken op een zebrapad. Als er geen stoep is kun je het beste langs de linkerkant van de weg lopen.

• Het is verboden om te lopen en te fietsen op (auto)snelwegen en spoor- en trambanen. 

• Zodra het schemerig wordt, moet elk voertuig voor- en achterverlichting aanzetten. Dit geldt ook voor fietsen.

• Voor overtreding van de regels kan de politie je een boete geven.

In Nederland mag je niet overal je auto of andere motorvoertuig parkeren. Ook moet je meestal betalen voor het parkeren. Blauwe stoepranden, de zogenaamde "Blue Zones" zijn gebieden waar je niet hoeft te betalen om te parkeren. Als je een blauwe kaart hebt, mag in deze zones een paar uur gratis parkeren. Op deze kaart geef je aan hoe laat je aangekomen bent op de parkeerplek. De kaart koop je bij politiebureaus, benzinestations of tabakswinkels.

In grote steden moet je bijna altijd betalen voor het parkeren. Vooral in grote steden als Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag kan dit duur zijn. Het gemiddelde tarief in Nederland is €2,80 per uur, maar reken op €3,00 - €4,00 per uur in plaatsen als Utrecht, Den Haag en Rotterdam en tot €7,50 in Amsterdam. Hoe verder je van het centrum bent, hoe goedkoper het parkeren is.

Als je op de snelweg te maken krijgt met pech is het belangrijk dat je jezelf zo snel mogelijk in veiligheid brengt. Hieronder staat wat je moet doen als je pech krijgt op de snelweg:

• Rijd, als het mogelijk is, door naar een parkeerplaats of een tankstation.

• Lukt dit niet, zet dan de alarmlichten aan, parkeer de auto zo dicht mogelijk bij de rechter vangrail en draai de voorwielen naar de vangrail toe.

• Laat daarbij genoeg ruimte dat jij en andere inzittenden rechts kunnen uitstappen.

• Ga samen met de overige inzittenden zo snel mogelijk achter de vangrail staan. Het liefst met een veiligheidshesje aan.

• Bel vanaf die plek een pech hulpverlener, zoals de Wegenwacht

  of een andere officiële hulpverlener. In geval van nood of een onveilige situatie kun je ook bellen met de Landelijke Informatielijn (0800-8002)

• Dreigt er onmiddellijk gevaar, bel dan 112.

Geef bij een ongeval of pech door waar je precies bent. Deze informatie vind je op het dichtstbijzijnde afstandspaaltje aan de rechterkant van de snelweg. Een afstandspaal is een paal die langs wegen staat en waarop de afstand tot een bepaald startpunt is aangegeven. Zo staat er in Nederland een afstandspaal ook wel hectometerpaal genoemd op elke 100 meter op grotere wegen. Vermeld de nummers op het afstandspaaltje en of je aan de linker- of rechterzijde van de weg bent.